maandag 1 juni 2015

In mei leggen alle vogels een ei

Nu ik regelmatig in de Zoo gids, fiets ik weer heel vaak door het Stadspark. Gek misschien, maar ik kom nu vaker in het park dan toen ik er vlak tegenaan woonde.

Eke keer rijd ik een ommetje om te zien hoe onze vier witte zwanen het stellen, en af en toe komen ze me zelfs gedag zeggen.
Ondertussen zitten ze er nu dik tweeënhalf jaar, Edouard, Victorine, Chris en Patrick.

Twee zwanen vormden redelijk snel een koppeltje, de twee anderen waren meer op hun privacy gesteld en zwemden vaak in hun eentje rond. Vroeger haalde ik ze nog uit elkaar, Edouard was de grootste, en Victorine was de enige met een gele ring om haar poot (de anderen hebben een blauwe), maar Chris en Patrick waren in die jaren even groot geworden als Edouard, dus alleen Victorine was nog te herkennen aan haar gele ring.

Een paar weken geleden, op 27 april om precies te zijn, zag ik dat één koppeltje zich had teruggetrokken in het hoge gras. Was dat een ...? Ja hoor, een nest!!

Trouw zaten ze om beurten op het zelf gemaakte bouwsel van riet, waterplanten, gras en dons. Vaak zat er eentje op het water, en zat de ander zeer consciëntieus op het nest, en op het ei, of eieren, want ze gunden geen inkijk.

Bijna elke dag fietste ik er langs, en elke keer zag ik één zwaan op het nest, en een andere ernaast, of op de vijver, aan het zoeken naar iets te eten.
Het bleef maar duren. Geen idee hoe lang het duurt om een zwanenei uit te broeden, maar dit leek me toch wel erg lang ...

En op een dag zag ik een leeg nest. Oei, hadden ze het opgegeven? Het nest lag er leeg en verlaten bij, geen zwaan in de buurt te bekennen. Maar toen ik een beetje verder fietste, maakte mijn hart een klein sprongetje. Oh kijk daar!



Maar liefst vijf prachtige zwanenkindertjes!!!
Dus nu hebben we 9 zwanen op de vijver, en voorlopig blijven die nog wel even.

Dit vond ik over onze knobbelzwanen op Wikipedia:
Ze nestelen op de grond, dicht bij de waterrand van moerasgebieden en weinig stromende waters, bij estuaria en in steden. Hun nest is een groot bouwsel van plantenmateriaal: riet en waterplanten, met een holte in het midden. Het wijfje broedt tot 38 dagen op de 5 tot 8 ovale eieren van ongeveer 11 cm. In het begin van de broedtijd zijn de eieren nog mat en grijsgroen, maar na een paar weken worden ze glanzend en bruinig. Het wijfje sist luid naar alles wat te dicht in de buurt komt. Als haar waarschuwingen in de wind worden geslagen valt ze aan. Haar sterke snavel en vleugels zijn geduchte wapens. Vooral in de broedtijd kan het mannetje behoorlijk agressief zijn territorium verdedigen, ook tegen mensen die te dicht bij het nest komen.
De jongen blijven een heel jaar lang bij hun ouders, maar ze verlaten al wel spoedig het nest en kunnen na 4 – 5 maanden vliegen. Voor vogels is dat heel erg lang. De ouders dragen hun jongen, zoals bij futen, af en toe op de rug. Wanneer ze het verenkleed van een volwassen zwaan krijgen, verjagen de ouders hun jongen. Volgroeide jonge vogels hebben eerst een lichtbruin kleed, nog bruiner dan de jongen van de wilde zwaan, dat, naarmate ze ouder worden, witter wordt. Ze missen de knobbel en hun snavel en poten zijn nog donkergrijs. Later worden die rozegrijs en vervolgens krijgt hij de oranjerode kleur van de volwassen snavel. In het derde jaar zijn de vogels echt volwassen. Daarna vormen de jonge vogels af en toe grote groepen. Donsjongen zijn grijs of wit. Ze worden door beide ouders verzorgd.
Broedpartners blijven dikwijls hun hele volwassen leven bij elkaar.
Knobbelzwanen hebben per jaar maar één broedsel.

Geen opmerkingen: