donderdag 24 juni 2010

De koning te rijk

Een prachtige dag in de stad. Ik kwam aanfietsen vanop de Wapper en parkeerde mijn fiets recht tegenover het gerestaureerde Paleis op de Meir. Ik zou het voor de 3de keer gaan gidsen die ochtend. Het was vijf over 10 s'morgens.

Op de hoek van de Wapper met de Meir zag ik een keurig uitziende ietwat oudere man in een lichtbruin zomers pak. Grijze krullen in zijn nek, bril, bruine schoenen, ...
Hij trok een propvolle winkelkar achter zich aan met daarin een koffer, een deken en een hoop plastic zakken met niet identifieerbare inhoud.
Ik schrok. Had het niet verwacht. Zonder die kar zou ik nooit geweten hebben dat het een dakloze was.

Hij trok zonder opkijken zijn winkelkar voorbij het Paleis waar de afgelopen eeuwen beroemde en beruchte gekroonde hoofden hun intrek hadden genomen of toch minstens uitgenodigd waren geweest op een staatsbanket of bal. De grootste van allemaal was Napoleon Bonaparte, die er zijn hoofdverblijfplaats van wilde maken in Antwerpen tot er een kink in de kabel kwam in Waterloo. Ook Tsaar Alexander van Rusland heeft hier gestaan, de menigte toezwaaiend vanop het balkon, terwijl zijn rivaal Napoleon eenzaam en alleen zich zijn daden overdacht op Elba.
Of Willem I die hoopte de Nederlanden weer met elkaar te verzoenen en er zowaar heel even in slaagde. En Leopold II die een balzaal liet installeren die in deze contreien zijn weerga niet kent en waar de hele fine fleur van Europa rondjes gewalsts heeft op de dansvloer.

Van de gevel van het Paleis keek ik weer naar de man in het bruine pak voor zijn winkelkar. Plots stopte hij. Hij bukte hij zich, en raapte een perfecte sigarettenpeuk op. Hij hield hem op in het zonlicht om hem nader te inspecteren, zocht in zijn zak naar een aansteker, stak hem aan, ging op een bankje zitten, inhaleerde diep en keek met een glimlach naar boven.

De koning te rijk ...