zaterdag 8 juni 2013

Selectief gehoor

In de Touristram, rijdend van de Suikerrui naar de Grote Markt vertel ik de legende van reus Antigoon en de Romeinse soldaat Silvius Brabo.

Druoon Antigoon terroriseerde de stad. Aan elke schipper die voorbij kwam varen, vroeg hij een hoge tol. Als de schipper de tol niet betaalde, hakte de reus één van de schippers handen af, en gooide die in de Schelde.

Tot Silvius Brabo daar een eind aan maakte. Hij daagde de reus uit tot een gevecht, doodde de reus, hakte diens hand af, en gooide de reuzenhand in de Schelde.
Zo kreeg onze stad haar naam, Handwerpen.


Dat hand is een belangrijk symbool voor Antwerpen, en we hebben er zelfs een streekproduct aan te danken. Antwerpse Handjes, heerlijke boterkoekjes, in de vorm van een hand.

Op de Grote Markt stappen we even uit de tram en deel ik Antwerpse Handjes uit aan het gezelschap. Eén van de dames pakt een koekje uit het doosje, bekijkt het nauwkeurig, en zegt dan:
"Oh wat een schattig koekje. Maar waarom heeft het de vorm van een handje?"
En ik begin opnieuw te vertellen ...
"Er leefde eens een reus op een burcht langs de Schelde die tol eiste van alle schippers die voorbij kwamen varen ..."

donderdag 6 juni 2013

Over soep, winter, een misverstand en een meevaller

Het is me het voorjaar wel geweest zeg. Gelukkig vergeet je dat redelijk snel, nu de zon weer schijnt, maar nog geen twee weken geleden, op 24 mei om precies te zijn, was het verschrikkelijk koud.

Ik herinner het me nog heel goed, want ik had die avond een mini culinaire wandeling voor een bedrijf uit Nederland. Met mini bedoel ik mini budget, en mini maaltijd, het bedrijf wilde enkel wat hapjes en drankjes, tijdens de wandeling..

Als aperitiefhapje had ik schotels charcuterie besteld, met een lekker glas bier erbij, en daarna startte de wandeling. Voor het Steen, de oude burcht die jaren dienst heeft gedaan als gevangenis, zouden wij onze eerste warme hap nuttigen.
Perfect op tijd scheurde Mieke met haar bakfiets om de hoek.

Ze parkeerde haar mooie fiets, opende het deksel, nam er zakjes brood met lepels en bio afbreekbare kommen uit, en schonk voor iedereen een warme dampende kom groentesoep. Heerlijk!

Ik nam ook een kom, had het best fris gekregen ondertussen, en het smaakte.
Helaas ging het plots mis. Ik zette mijn kom soep op de rand van een balustrade, niet ver genoeg naar achter, en 'KWAK' heel de inhoud van de warme kom soep over mijn mooi geborduurde Desigual winterjas. Hilariteit alom, ik lachte mee (zij het een beetje groen) en probeerde met papieren servetjes de dikke maaltijdsoep van mijn jas te vegen. Het begon te schemeren, en je zag er gelukkig helemaal niks van. Dacht ik.

Uuuuren later, na nog een hoofdgerechtje en dessert, kwam ik thuis en hing mijn jas in de badkamer. In het flauwe licht zag hij er piccobello uit.
De volgende ochtend echter leek het alsof ik had meegedaan aan een catch wedstrijd in wortelpuree. Knaloranje prut tussen de mooie borduursels op mijn jas. Oh jee, wat nu.

Die moest naar de droogkuis (stomerij), maar ik had geen flauw idee waar er in de buurt één was.
Zondag hadden we een receptie van de voorzitter van onze Wijkvereniging Klein Antwerpen, en er liepen gelukkig veel ervaren vrouwen rond. Vrouwen met huishoudens, jobs, en kinderen, allicht dat die me een goed adresje aan de hand konden doen. En ja hoor, "Er is een goede droogkuis in de Isabellalei. Daar ga ik al jaren"
Perfect, dat is op een paar 100m meter van me vandaan. Ik houd het graag lokaal, zonder auto.

Ik fietste er zo snel mogelijk langs. De enige droogkuis die ik vond in de Isabellalei was een niet zo fris uitziende zaak, met niet echt brandschone ramen, de helft van de letters op zijn etalage was niet meer leesbaar, ... Maar ik had vertrouwen in de lovende commentaren van de dames van de wijkvereniging, en bracht mijn jas er naar toe.

Eerst stond ik nog 10 minuten voor de deur te dralen. Gesloten tussen 12h en 15h, fijne lunchbreak, en tegen kwart over drie kwam er een gezette jood met een flinke sleutelbos aangewandeld die de deur open deed.
Orthodox, compleet met lange bakkebaarden, een keppel, Tsietsiet, en een lange zwarte overjas.
Ik twijfelde even, maar stapte binnen.

Eens in de zaak leek het alsof ik 85 jaar terug in de tijd was gestapt. Wat een chaotische rommel. Spelden, briefjes, kledingstukken, kussens, gordijnen, ... Maar ik beet door en overhandigde de man mijn jas. Hij keek me van boven zijn brillenglazen aandachtig aan.
"Alstublieft, help me. Ik heb een catastrofe meegemaakt"
Hij schoot in de lach en pakte mijn jas aan.
Iets van niks zei hij, die soep kregen ze er zeker uit, en mijn jas zou weer als nieuw zijn. Hij gaf me een bonnetje, nee voorschot was niet nodig.

Afgelopen dinsdag hadden we wijkvergadering en ik vertelde dat ik bij de droogkuis was langs geweest, Bravermans. Stilte.
"Bravermans? Die Joden? Over het kruispunt is er een moderne Speedy, die bedoelde ik."
Hilariteit alom. Alweer.

Gisteren verzamelde ik mijn moed, en fietste naar Bravermans. Er stond een jong meisje achter de toonbank. Ik gaf haar mijn bonnetje en ze wandelde er mee naar een gigantisch rek waar honderden kledingstukken hingen te wachten op hun rechtmatige eigenaar. Ze tikte een code in, het rek bewoog niet.

Ze glimlachte verontschuldigend naar me, en liep naar achter. Ach ja, mijn jas had waarschijnlijk niet tussen die Joodse kledingstukken mogen hangen. Stel je voor, een sjikse jas tussen al die orthodoxe gewaden.

Na een minuut of 5 kwam ze terug, zonder mijn jas. Ze belde iemand op. Het gesprek dat volgde was onverstaanbaar. Ik maakte mentaal een kruis over mijn jas en prees me gelukkg dat het eindelijk warm was in de stad, een winterjas had ik voorlopig toch niet nodig.

Ze verdween weer naar achter en kwam na een paar minuten terug. Met een grote glimlach, en met mijn jas, die eruit zag als nieuw, zonder enig soepspoor.
Ze pakte hem in en overhandigde hem me, erbij zeggend
"We hebben er wel heel hard op moeten werken hoor, het heeft lang geduurd voor alles eruit was"
En toen kwam de rekening.
8,50euro. Wat? Dat is bijna voor niks. Ik gaf er haar 10 en zei haar dat de rest voor het extra werk was. Het duurde even voor ze het begreep. Toen lachte ze en zwaaide me uit toen ik de winkel verliet.

Ik kan niet wachten tot de volgende wijkvereniging, om iedereen te vertellen dat ze volgende keer ook beter naar Bravermans gaan, vakmensen. En ik ben weer helemaal klaar voor de winter. Over twee weken worden de dagen immers weer korter ...