maandag 30 april 2012

Eeuwig leven. Goedkoper dan dood?

Van de week zat ik op een redelijk volle tram richting Antwerpen Zuid om met mijn man een hapje te gaan eten. Ik had al een paar keer een por in mijn rug gekregen van de persoon die achter me zat elke keer wanneer die ging verzitten, en lichtjes geirriteerd draaide ik me om. Ik keek recht in de ogen van een breed lachend oud vrouwtje met pretoogjes en een ontbrekende voortand. Er hing een grote bruine tas aan haar arm, met kittens erop geborduurd. Uit de tas puilde een blauwe plastic zak.
"Sorry", zei ze. "Die zak is wat onhandig. Kzen just mijn hondje gaan halen ziede?"
Ik keek eens goed naar de blauwe plastic zak en kon inderdaad vaag het kopke van een hondje onderscheiden, een beige Maltezer-achtig iets met grote zwarte ogen.
"Kzen ze gaan halen in Kapellen, met de bus en den tram, da was ni simpel, en nu begost da te regenen, dus hem ik er mor ne zak over gedaan, kzou ni gère ebben dat er iet aan komt"
Een hondje laten opzetten. Ik wist even niet of ik moest lachen of huilen. Wat zielig. Ze babbelde honderduit. Ze was helemaal alleen, had geen kinderen, broers of zusters, haar ouders al lang overleden, al wat ze nog had waren haar hondjes. Ze had dit hondje maar 4,5 jaar bij zich gehad. Allé, ze was al 7 toen ze ze kreeg hé, ze kwam uit een asiel. Al haar honden kwamen uit het asiel. Ze was het hondje net gaan laten zien aan een vriendin van haar, die werkte als 'Madame pipi', en had het daar even uitgepakt en
"iedereen die voorbij kwam docht dat het een echt was madam. Tis echt heel goe gedaan."
Ze keek liefhebbend in de grote zwarte ogen en kuste het beestje door de plastic zak op de neus. Ze had thuis noch een Schnauzer zitten, eentje met karakter, en maakte zich een beetje ongerust over zijn reactie. Ze had hem heel de week al proberen uit te leggen dat zijn stiefzuske weer naar huis kwam, maar ja, twas maar nen hond hé, en in hoeverre begreep hij wat ze hem vertelde?
"En dees zat zo graag voort raam madam, dan zat ze heel den dag naar buiten te kijken. Khad haar beloofd dat ze voor altijd mij zou mogen blijven. Awel, ik hem haar laten opzetten, nu blijft ze voor altijd bij mij."
"En wilde eens wa weten? Da was goedkoper dan cremeren!"
Ze had me verteld in welke straat ze woonde, en na het eten kon ik het niet laten er even doorheen te lopen, in de hoop het Maltezerke, verlost van de blauwe zak, en in veiligheid gebracht voor het stiefbroertje, tot in de eeuwigheid naar buiten zou zien zitten kijken.

Geen opmerkingen: